In het Latijn betekent de geslachtsnaam van boekweit, beuk-tarwe (fagus = beuk en puros = tarwe). In gewestelijk Nederlands staat boek voor beuk en weit voor tarwe. In andere talen kent boekweit overeenkomstige namen: bokwiet (Afrikaans), buckwheat (Engels), Buchweizen (Duits).
De vorm van het boekweitzaad komt sterk overeen met die van beukenootjes, al zijn ze beduidend kleiner. Het zaad wordt ook tot meel gemalen, hoewel boekweit geen graan is. Boekweit is een `pseudograan`. De zaden, het meel en alle andere afgeleide produkten van boekweit bevatten geen gluten.
Boekweit is oorspronkelijk afkomstig uit Centraal Azië en is het zaad van de boekweitplant.
Voor het kussen worden de schilletjes, ofwel dopjes van het boekweitgraan gebruikt. Het boekweit zelf wordt veelal gemalen tot meel (denk aan pannekoekenmeel en poffertjes) of gekookt en is een gezonde en voedzame voedingsbron. De boekweitdopjes zijn van nature schimmel- en bacteriewerend, om zodoende het graan te beschermen tegen invloeden van buitenaf. Deze eigenschap zorgt ervoor dat het boekweitkussen fris blijft.
Boekweitdoppen zijn duurzaam en behouden gedurende langere tijd hun werking. Voor de vulling van onze boekweitkussens gebruiken wij uitsluitend boekweitdoppen van biologische teelt. Deze biologische doppen worden verbouwd in Polen en zijn SKAL gecertificeerd.